De Grote Post
© Eric de Mildt

"Kunst is de enige plek waar je altijd dubieus kan zijn”

Ze hebben elkaar nog nooit ontmoet. Hij de angelieke Gentse Puerto Ricaan met gouden songs, zij de opkomende Vlaams-Griekse stormwind in het cross-over theater. Ze delen de affiche van ons najaar, maar ook meer zo blijkt: beiden doen ze aan grenzeloosheid, beiden gebruiken ze muziek om hun taligheid uit te drukken en beiden reconstrueren ze oude klassiekers.

door Ronald Verhaegen


© Eric de Mildt

“Welke oude Latin-muziek vonden mijn vader en mijn grootvader leuk en hoe kan ik die interpreteren?”, vroeg Gabriel Rios zich af bij het maken van zijn album Flore. Naomi Velissariou zat dan weer met een andere vraag bij haar nieuwe voorstelling Atropa: “Hoe kan in een Griekse tragedie de strijd om de macht plaatsmaken voor een viering van kwetsbaarheid?” 

Atropa is een bewerking van een stuk dat Tom Lanoye schreef in 2008. Eén zin daaruit sprong Naomi meteen in het oog: ‘De paradox der vrede is dat ze veroverd moet worden. Met geweld.’ We spreken Gabriel en Naomi terwijl de oorlog in Oekraïne in volle hevigheid woedt. Wat een timing voor zo’n quote, Naomi.

Naomi: “Ja, wow. Alles wat ik wilde aankaarten in mijn stuk komt in zo’n ander licht te staan door deze oorlog. Ik wilde het hebben over multiperspectivisme en over mensen die denken dat ze voor andere mensen een situatie moeten creëren waarin ze ‘vrij’ of ‘zichzelf’ kunnen zijn. Concreet: wij in het Westen denken dat we andere landen moeten bevrijden zodat zij kunnen leven volgens normen die wij als menswaardig zien.”

“In Atropa vertelt Lanoye een Griekse tragedie vanuit het standpunt van zes vrouwen, drie uit Griekenland en drie uit Troje. Hij zet ze tegenover één man die de waarden van het Westen representeert. Wat die man doet, doet hij in naam van de vrijheid en hij laat daarbij een bloedspoor over de hele wereld achter. De Griekse vrouwen zeggen tegen de Trojaanse: dat is niet onze oorlog, niet onze democratie, dat zijn niet onze wapens. De Trojaanse vrouwen antwoorden: nah, that's where you’re wrong, jullie praten vanuit een hele andere positie dan wij. Er zijn verschillende assen van onderdrukking, wat men noemt intersectionaliteit. Die thematiek klinkt heel zwaar en politiek, terwijl mijn voorstellingen ook feesten zijn.”

Acteren in een beat

Waarom koos je voor een bewerking van Atropa?

Naomi: “De afgelopen jaren heb ik extreme cross-overs gemaakt tussen theater en muziek. Ik heb oeuvres van bekende schrijvers als Sarah Kane en Heiner Müller op techno, hiphop, drum-’n-bass en hardcore gezet en daar theatrale concerten-slash-raves van gemaakt. Toen stelde ik me de vraag: wil ik daarmee doorgaan op alternatieve locaties of wil ik liever naar schouwburgen trekken met mijn muzikaal geweld? Inmiddels doe ik beide met als doel een return naar hoe theater ooit was bedoeld: een cathartisch evenement waarbij je op muziek uit je plaat kan gaan terwijl je ondertussen best wel heftige thematiek krijgt voorgeschoteld.”

“In mijn eerste grote zaalvoorstelling ga ik de grote thematiek van Atropa kruisen met idiomen van de popcultuur en het uitgaansleven. Wat ik doe is acteren in een beat. De muzikale genres die ik gebruik staan voor een aantal subculturen. De Griekse wereld wordt voorgesteld door wat wij witte muziek noemen: techno, drum-’n-bass en hardcore. Troje krijgt de klank van trap, hiphop en drill. Zo wil ik mensen op een andere manier verbinden met de thematiek. Ik wil daarbij geen morele boodschap geven, ik probeer iets voelbaar te maken op een hedendaagse manier.”

Gabriel, jij legt ook een verbinding op je jongste album Flore: je linkt de muziek van je jeugd in Puerto Rico met de artiest die je nu bent.

Gabriel: “Klopt. De kiem van het idee ligt bij het begin van de pandemie. Ik maakte deel uit van een grote productie op Broadway in New York. Iets waar ik naar uitkeek omdat ik voor een keer niet met mijn eigen materiaal zou werken, ik was een speler in een groter geheel. Maar onder meer door het virus viel de productie in het water en zat ik plots alleen op een appartementje in Antwerpen. Ik zocht iets om me op te concentreren en besliste om een album in het Spaans te maken, een album dat ik al heel lang wilde maken. Met songs uit mijn jeugd, songs die mijn vader en grootvader leuk vonden.”

“Lange tijd wist ik niet hoe ik die songs moest aanpakken. Maar tijdens de pandemie besefte ik dat ik niet trouw moest zijn aan de versies die ik kende. Ik kon ze heruitvinden, ze als excuus gebruiken om nieuwe muziek te maken. Het album is dan ook geen tribute, het is meer een surreële trip naar mijn kindertijd.”

Verhuizen naar Valencia

Je ging ook een tijdje terug naar Puerto Rico.

Gabriel: “Dat was vier jaar geleden. Mijn vader kreeg de ziekte van Alzheimer. Toen ik het nieuws hoorde, liet ik meteen vallen waar ik op dat moment mee bezig was - dat was niet veel (lacht) - en verhuisde ik voor een viertal maanden naar Puerto Rico. Daar gebeurde iets interessants, iets wat ik niet had verwacht. Na enkele weken leek het alsof mijn hersenen wakker werden. Ik praatte met mensen op straat en het dialect van vroeger kwam weer naar boven, eerst stotterend, maar beetje bij beetje voelde ik dat mijn hersenen de oude synaptische verbindingen weer verversten. Woorden, uitdrukkingen, bewegingen ook, het kwam allemaal terug.”

“Tijdens de derde maand besefte ik dat het zo goed als onmogelijk zou zijn om terug te keren naar Gent. Ik was ook net de veertig gepasseerd, midlife. Een moment waarop je terugkeert naar iets, op een of andere manier. Een klik met je verleden. Ik had in al die jaren in België nooit heimwee naar huis gevoeld. Voor mij was België exotisch (Naomi proest het uit) en ik vond de mensen interessant. Belgen zijn terughoudend, als er niets te zeggen is, zwijgen ze vaak. Voor iemand uit Latijns-Amerika is dat on-mo-ge-lijk. Wij praten de hele tijd (lacht). In dat opzicht vond ik Belgen oprecht.”


Beeld Atropa - Naomi Velissariou

Misschien herkende je ook iets van jezelf in die Belgen? 

Gabriël: “Zeker. Mijn moeder zegt dat ook. Maar mijn punt is: ik voelde nooit heimwee in al die jaren weg van huis. Ik keek nooit om. Mijn genetische en culturele identiteit werden slapend. Jaar na jaar zonken ze dieper weg in mij. En wanneer ze dan plots tot leven kwamen, in mijn geval dus door een terugkeer van enkele maanden, was het heel moeilijk om ze te ontkennen.”

“Ik spreek Nederlands en begrijp de humor, maar niet voor honderd procent. De finesses beheers ik niet. En die zijn het belangrijkst. Door opnieuw in Puerto Rico te zijn, besefte ik dat zoiets nooit zal lukken in België en dat ik moet vertrekken. Puerto Rico is te klein voor wat ik doe en dus kwam ik uit bij Spanje. Mijn album is in het Spaans dus de markt is er, ik spreek de taal en tegelijk is het land ook Europees, wat ook een deel van mij is. Ik ben van plan om te verhuizen naar Valencia.”

Oh! Een primeur, al is het een onfortuinlijke. Naomi, net als Gabriel ben jij ook niet gebonden door grenzen. Je bent half Vlaams, half Grieks en woont en werkt in Rotterdam. Herken je wat Gabriël vertelt?

Naomi: “Ik had als kind niet echt een band met Griekenland, al ben ik wel tweetalig opgevoed en gingen we ook één maand per jaar naar de familie van mijn vader ginds. Maar als ik tijdens mijn pubertijd in Griekenland verbleef, voelde ik mij, aangedreven door een hormonale revolutie, plots supergrieks. Ik werd heel chauvinistisch en trots. Dus ja, er zit ook een onaangesproken identiteit in mij.”

Gabriel: “Het is mysterieus dat gevoel, het zit in je bloed.”

Een beetje pervers

Ik wil nog even terug naar je album Flore, Gabriel, de songs die je daarop covert zijn niet trouw aan het origineel. Het zijn heel vrije interpretaties. 

Gabriel: “Ik werk de laatste jaren samen met mijn vriend Ruben Samama (multi-instrumentalist/producer uit Nederland, red.). We zitten helemaal op dezelfde golflengte als het aankomt op rusteloosheid of snel verveeld zijn met iets. Als een songstructuur te normaal aanvoelde of als de song in de richting van een rechttoe rechtaan cover ging, verloren we onze interesse en stopten we met het werk aan die song.”

“We wilden fun hebben. En fun betekent voor ons: dingen doen die een beetje pervers zijn. Dingen kapotmaken (lacht). We wilden de songs laten spreken tot mijn brein zoals het zich de muziek herinnerde, in plaats van songs te maken zoals die zouden moeten klinken. We wilden traditionele structuren achterlaten. Ook al omdat de druk van op de radio komen er niet meer is in deze tijden. Veel mensen vinden je muziek online en dus ben je vrijer om je zin te doen.”

Je maakte het album in België en Nederland. Had dat ook een impact?

Gabriel: “Ik had het nooit kunnen maken als ik in Puerto Rico of Spanje zou wonen. Hetgeen we deden was heel erg Belgisch of Noord-Europees: respectloos zijn tegenover traditie, er een eigen draai aan geven. Sterker nog: het voelde alsof ik op de maan zat en mij de muziek uit Puerto Rico herinnerde, maar geen toegang had tot een band. Ik moest het klaren met de middelen die er voorhanden waren. Met de luxe van afstand.”

Naomi, Gabriel voelt zich vrijer omdat hij beperkingen kan loslaten. Ervaar jij een zelfde soort vrijheid in het theater? 

Naomi: “Wat ik herken is de extreme vrijheid in je verhouden tot traditie. Als ik een dialoog aanga met een traditie, kom ik vaak op iets nieuwers uit dan als ik probeer iets nieuws te doen (lacht). Ik heb tot nu toe eigenlijk best veel repertoire geënsceneerd, alleen heb ik er qua vorm popconcerten en raves van gemaakt, waardoor de context een heel ander licht ging werpen op dingen.”

“In de kruising tussen vorm en inhoud zit bij mij de boodschap. Dat geeft me een grote vrijheid.”

Dansen zonder beat

Heb je dan geen ondubbelzinnige politieke boodschap? Mensen noemen jou een feministe en een woke denker.

Naomi: “Door me op die manier te categoriseren, maken mensen me ook ongevaarlijk. Ik geloof niet in kunst als een aflaat, om het in katholieke termen uit te drukken. Alsof je door naar een theatervoorstelling te gaan kijken jezelf kan vrijkopen van historische schuld. Voor mij is kunst de enige plek waar je altijd dubieus kan zijn. Ik belichaam in mijn voorstellingen vaak het perspectief waarvan ik denk dat mijn publiek het als pervers zal ervaren. Op die manier probeer ik het indirect een spiegel voor te houden.” 

Kan je een voorbeeld geven van zo’n pervers standpunt?

Naomi: “Wat ik prachtig vind aan Atropa is het personage Agamemnon. Alle perverse mechanismen komen samen bij hem. Hij is de white male supremacist, de alleenheerser. Alleen, in het stuk zie je dat hij voor zijn gevoel echt niet anders kan. Hij onderdrukt iedereen vanuit de volle intentie om het goede te doen, in naam van de vrijheid en gelijke rechten voor alle mensen.”

“Ik speel zelf de rol van Klytaimnestra, de vrouw van Agamemnon. Zijn distantieert zich van de oorlog, die in haar ogen een zaak is van mannen, en krijgt van zowel haar man als van de Trojaanse vrouwen de wind van voren.”


© Eric de Mildt

Gabriel, hoe ga jij de muziek van Flore op scène brengen?

Gabriel: “Niet zoals de muziek op het album klinkt. Als ik de muziek perfect zou naspelen, zou ik niet weten wat ik daar kom doen. Om te beginnen staan we maar met twee op het podium, Ruben en ik. Geen clicktrack, percussie of elektronica, enkel wij en onze akoestische instrumenten. Heel minimalistisch. En net omdat we het zo klein houden, klinkt het groot voor het publiek. Ze vullen de leegtes zelf in. Tenminste, als we onze job goed doen (lacht).”

Naomi: “Grappig dat je dat zegt. Vanmorgen zette ik mijn kind af bij de kinderopvang en had ik je album Flore in mijn oortjes, als voorbereiding op het gesprek (glimlacht). Eén van de songs start als een poppy song, heel dansbaar, en ik wachtte op het moment waarop de song zou openbreken. En ik bleef wachten en dacht: when is the beat gonna kick in?”

Gabriel (lacht): “And it never comes.”

Naomi: “Nee, maar tóch kon ik erop dansen. Ik ben dus het levende bewijs van je theorie (lacht).”

Atropa van Naomi Velissariou is te zien op 17 november in De Grote Post.