“Wie een veilig nest mist, moet zoveel harder vechten”
Boy is een muziektheatervoorstelling van Kyoko Scholiers over een jongen zonder ouders die verdwaalt in de wirwar van de jeugdzorg.
Begin september ging Boy in première in de Opera In Antwerpen, onder luid applaus en lovende recensies. Helemaal aan het begin van het proces deed Kyoko een schrijfresidentie voor deze vier sterren-voorstelling in De Grote Post. De voorstelling is te zien op 1 oktober, tijdens het KIEM residentenfestival.
Interview - Phéline Thierens
© Nick Hannes
Vanuit welke impuls is het project gestart?
Kyoko: “Tijdens het creatieproces van mijn installatie Misconnected, sprak ik vier seizoenen lang met mensen wier verbinding met de maatschappij tijdelijk verbroken leek. Daklozen, asielzoekers, allerlei patiënten, vereenzaamde bejaarden en ook kinderen die door de Jeugdrechter thuis weggehaald waren en in een voorziening leefden.”
“Die laatste groep had me enorm geraakt. Toen een meisje van vier me vertelde hoe haar papa vermoord was en achteraf bleek dat ze dit verzonnen had, gewoon omdat een overleden papa aanvaardbaarder was dan een volstrekt afwezige levende papa, besloot ik deze kinderen de hoofdrol te geven in mijn volgende voorstelling.”
“Pleegouders scoren voor mij érg hoog in de categorie helden van de maatschappij”
Met wie ben je allemaal gaan praten in Oostende?
Kyoko: “Ik sprak o.a. met Mieke van De Brem, een begeleidingstehuis voor kinderen tussen drie en achttien jaar. Ze vertelde me over het reilen en zeilen van de residentiële werking. We zouden oorspronkelijk ook met een koppel ouders spreken, maar die gaven verstek zonder een berichtje te laten. Iets wat volgens Mieke helaas een beetje in de lijn der verwachtingen lag. Eén van de redenen waarom een kind opvoeden hen zo zwaar viel, was dat ze zich onmogelijk konden organiseren of aan afspraken konden houden.”
“In De Grote Post sprak ik met Mieke Van Herck, die samen met haar man (toevallig ook de algemeen coördinator van De Grote Post) héél veel pleegkinderen heeft opgevangen, jaren aan een stuk. Terwijl ze ook nog enkele kinderen van zichzelf hadden. Mieke nodigde ook een aantal van haar toenmalige pleegkinderen uit voor een babbel. Daar zaten we, in mijn schrijfruimte in De Grote Post, elkaar in alle richtingen en openheid te bevragen.”
“Zowel voor Mieke als voor de pleegkinderen kwamen er mooie, maar ook een aantal ijzingwekkende herinneringen boven. Pleegouders scoren voor mij érg hoog in de categorie helden van de maatschappij. Je moet zoveel en zo onvoorwaardelijk kunnen geven en zo weinig mogelijk terug verwachten. Wie het volhoudt, kan die ene strohalm zijn waardoor een kind met een kwetsbare thuissituatie uit de vaak vicieuze cirkel van problemen raakt.”
Hoe verliep de samenwerking met het Kinderkoor van Opera Ballet Vlaanderen?
Kyoko: “Dat Boy een voorstelling met een live kinderkoor zou worden, zat van het eerste prille idee over het project in mijn hoofd. Dat het ook gelukt is hiervoor het kinderkoor van de opera warm te maken, maakte me euforisch. Ze worden in de opera streng maar liefdevol begeleid, zijn ongelooflijk gedisciplineerd en zingen op topniveau. De eerste keer dat ik hen enkele stukken van Joris Blanckaert z’n compositie hoorde uitproberen, zat ik tranen te verdringen.”
“Zo’n grote groep kinderen, van zeven- tot zeventienjarigen, die verenigd met elkaar met engelenstem staan te zingen over de dingen die ze zich proberen te herinneren van hun papa: dat geeft kippenvel. Het wordt nog een uitdaging voor de cast om de aandacht van dat koor weg te krijgen tijdens de scènes. Gelukkig is ook de cast ronduit subliem en kunnen ze die uitdaging aan.”
Welke plek beschouw jij als je veilig nest?
Kyoko: “Mijn thuis. Mijn gezin, mijn lief met wie ik alles kan delen, bij wie ik over alles kan reflecteren, bij wie ik klein, kwaad en onzeker mag zijn. En die zo goed als altijd dingen weet te zeggen die me weer doen slapen. Ik hoop dat ik dat ook voor hem ben.”
“Wie een gezond, veilig nest mist, moet zoveel harder vechten om niet gekraakt te worden door de grote en kleine drama’s op de levensweg. Maar het bestaat, absoluut. Ik zie mensen rondom mij die amper een netwerk hebben en toch blijven rechtkrabbelen. Ik denk altijd dat zij die ene persoon zijn tegengekomen die hen oprechte liefde heeft gegeven en het verschil heeft gemaakt.”
© Raymond Mallentjer
“Zo’n residentie is een bad waarin je een week lang met niks anders moet bezig zijn”
Voor BOY deed je in De Grote Post een schrijfresidentie. Waaruit bestaat een werkdag tijdens zo’n schrijfresidentie?
Kyoko: “Die begint met een koffie in mijn atelier. Decaffiné, want anders zit ik binnen de kortste keren met de bibber achter mijn laptop. Ik neem er een koekske of drie bij, uit de welkomstmand van De Grote Post. En dan vlieg ik erin. ’s Morgens komen de schrijfsels eruit gegoten. Na de lunch gaat alles wat langzamer. Dan ga ik uitwaaien op het strand en komen er vanzelf frisse inzichten binnen gewaaid.”
“Daarna schrijf en schrap ik verder, terwijl ik van aan mijn bureau de overburen in hun appartement in het oog hou. Ook zij zijn directe inspiratie gebleken. Wanneer het donker wordt, trek ik met mijn laptop naar een restaurant, waar ik voor en na het eten verder typ. Daarna fiets ik naar het huis waar ik logeer, waar ik in bed lees en films kijk, allemaal in het kader van het project. Zo’n residentie is een bad waarin je een week lang met niks anders moet bezig zijn dan het materiaal dat je wil uitspitten. Het is het grootste geschenk in een maakproces.”
Welk moment uit je residentieperiode zal je bijblijven?
Kyoko: “Het moment waarop ik in een Oostends sushirestaurant op de dijk zit, de laptop boven haal om de tekst voor Boy verder uit te typen en ik een plots een heel ander gesprek van het oudere koppel aan de tafel naast me opvang. Een aandoenlijke poging tot samenkomen tussen twee mensen die elkaar al lang niets meer te vertellen hebben. Ik luister een uur lang naar het weinige dat ze met elkaar delen en simultaan groeit er een idee voor een nieuw project in mijn hoofd. Voor ik het weet staat het basisidee op mijn scherm.”
“Allemaal Oostendse uitspraken van het koppel, dat intussen zwijgend aan het dessert zit. En daarmee staat het vast dat ik binnenkort opnieuw in residentie zal moeten komen in De Grote Post, om er te werken aan mijn nieuwe sushirestaurantidee. Zo gaat dat, met schrijfresidenties.”