De Grote Post
© Leontien Allemeersch

“Een uitgevouwen kaart van een stad die niet bestaat”

De Gentse kunstenaar Elly Van Eeghem droomt van stadsontwikkeling. Meer nog, ze maakt er haar werk van. Jarenlang deed ze onderzoek op straat, richtte ze buurtateliers op en bouwde ze met buurtbewoners aan publieke installaties. Dat mondde uit in het project (Dis)placed interventions. Het project werd een boek, een podiumvoorstelling en ook een solo performance.

Tijdens Chambres d’O speelt Elly de solo. Ze neemt je mee naar steden en wijken, vertelt je over de trage start van elk participatief project, de vele verrassingen onderweg en over wat er achterblijft wanneer het werk schijnbaar is afgelopen.

door Ronald Verhaegen

Hoe ben je met (Dis)placed Interventions begonnen?

“In 2012 werkte ik op het KASK (Academie voor Schone Kunsten) in Gent. Ik was geïnteresseerd in stadsontwikkeling, in braakliggende terreinen en leegstaande gebouwen. Zulke plekken zijn boeiend voor jonge kunstenaars, maar ook voor buurtwerkers. We kunnen daar iets van elkaar leren. Daarom besliste ik om een langgerekt project van zes jaar op te zetten. Hoe zit stadsontwikkeling in elkaar? Hoe kan ik er films over maken die hangen tussen documentaire en fictie? Hoe kan ik er een verhaal over maken dat die stadsontwikkeling anders verbeeldt? Dat waren vragen die mij stuurden. In een eerste fase trok ik naar het buitenland.”

Je ging naar Parijs, Berlijn en Montreal. Waarom die drie plekken?

“Ik koos voor steden waar ik eerder al had gewerkt of gewoond, tijdens een residentie bijvoorbeeld. Zo had ik al enige kennis van het stedelijke weefsel van die plekken. Ik wist er mijn weg al een beetje. In Parijs heb ik gewerkt rond leegstand, herontwikkeling en nieuwe woningen. In Berlijn lag mijn focus op privatisering van publieke huisvesting en in Montreal ging het over solidariteit en segregatie, is de stad een plek van verschil of van onverschilligheid?” 

“Ik wilde onderzoeken of en hoe ik mijn interventies op die plekken kon verplaatsen naar wijken in Gent. Vandaar de naam (Dis)placed Interventions. In elke stad heb ik een film gemaakt, bedoeld als visitekaartje bij mijn terugkeer naar Gent. Ik wilde niet met lege handen bij de buurtbewoners toekomen. De films waren een manier om mezelf voor te stellen, om het gesprek op gang te brengen door eerst met een verhaal over een andere plek te komen en daarover te praten. Dat maakte het comfortabeler.”

Het boek tot leven brengen

Waarover gingen die gesprekken dan uiteindelijk?

“Ik wilde hen een verbeelding van de toekomst voorstellen. Anders dan die van projectontwikkelaars. Projectontwikkelaars maken renders, simulaties met glanzende gebouwen, lachende mensen en een staalblauwe hemel. Dat is geen eerlijke en relevante verbeelding van de toekomst van de stad. Ik wilde een ander verhaal vertellen, samen met de buurtbewoners.”

Kan je een voorbeeld geven van zo’n verhaal voor een wijk?

“De Bloemekenswijk is een wijk in Gent. De buurtbewoners spraken er heel negatief over één bepaalde straat. Ze was onveilig, verlaten, enzovoort. Maar ik zag veel mogelijkheden, positieve dingen. Na maanden van gesprekken legde ik de buurtbewoners mijn ideeën voor. Bijvoorbeeld voor een project in een oude jeanswinkel. Die stond al heel lang leeg. We maakten er in eerste instantie een buurtatelier van en de volgende jaren is die plek omgeturnd tot een creatieve ontmoetingsplaats waar mensen tijdens de zomer koken voor elkaar en waar films worden vertoond. Het is fascinerend om te zien hoe die plek écht is veranderd, zelfs nu ik er al lang niet meer bij betrokken ben. Mensen hebben elkaar leren kennen tijdens mijn project en zijn achteraf verder blijven werken. Die plek is nu niet meer weg te denken in die wijk. Dat is mooi om te zien.”

Je performance op Chambres d’O is gebaseerd op het boek dat je maakte van (Dis)placed Interventions. Hoe vertaalde je het boek naar de performance?

“Eerst was er het boek en vervolgens een podiumvoorstelling. Maar die hebben allebei handicaps. Het boek is in het Engels, dat is moeilijk voor een lokaal publiek. De podiumvoorstelling is dan weer technisch complex, met grote decorstukken en een ingewikkeld lichtplan. Ik kreeg regelmatig uitnodigingen van kleine theaters of niet-culturele organisaties, maar moest die afwijzen omdat de productie te groot was. Dat klopte niet. Dus heb ik een mix gemaakt van elementen uit de podiumvoorstelling en elementen uit het boek, maar dan in het klein. Met een klein decor uit karton dat makkelijk te vervoeren is. Zo is de solo performance ontstaan.”

“Ze is bedoeld voor een klein publiek van tien mensen die rond een tafel passen. En die mensen bepalen hoe de voorstelling er zal uitzien. Zij kiezen de verhalen die ik vertel. Voor ons ligt een uitgevouwen kaart van een stad die niet bestaat. Een stad die is samengesteld uit allerlei echte wijken waarin ik heb gewerkt, maar die alleen in mijn verbeelding zijn samengevoegd tot één geheel. Op die manier breng ik het boek tot leven.”

Met muziek van Benne Dousselaere, net als in de podiumvoorstelling.

“Klopt. Met dat verschil dat Benne live muziek maakt op scène tijdens de podiumvoorstelling. Tijdens de performance is hij er niet bij. Alles is ingespeeld. Ik laat zijn muziek horen via een mobiele speaker die op tafel staat.”

Makers uit Oostende inspireren

Het Westerkwartier is de focuswijk van Chambres d’O dit jaar. Ken je de wijk?

“Nee. Ik ken het centrum van Oostende goed omdat mijn grootmoeder er altijd gewoond heeft. Maar de buitenwijken ken ik heel slecht, al heb ik wel de stadsontwikkeling van Oosteroever gevolgd de laatste jaren.”

Kan dit een aanleiding zijn om een project in het Westerkwartier op te starten?

“Nee, het is niet de bedoeling om in Oostende te blijven met dit project. Het werk is heel intensief. Ik zou moeten verhuizen voor minstens een jaar en dat gaat nu niet. Ik werk full time in Gent. Wat wel zou kunnen, is dat ik makers uit Oostende inspireer om zelf een participatief project op te starten. Dat zou mooi zijn.”

© Leontien Allemeersch

(Dis)placed Interventions van Elly Van Eeghem is te zien op zondag 5 februari om 13:30 in de huiskamer aan de Vlierstraat 3. De performance is helaas al uitverkocht.